background image
Jezus onderrichtte hier nog om de mensen meer en
meer tot de doop te vermanen en voor te bereiden. De
dopelingen kwamen weer in lange mantels; zij legden die af en
daalden neer in de omringende gracht, waarin reeds water uit het
middenbekken ingelaten was. Nu hadden zij alleen nog een
lendendoek aan en om hun bovenlijf een klein manteltje. Op de
toegangen of bruggen stonden de doper en de peters; het water
werd met een scheplepel of schaal op het hoofd gegoten in de
naam van Jehova en zijn gezant.
Steeds doopten 4 leerlingen tegelijk en 2 andere legden de handen
op. Het dopen met de voorbereidingen van Jezus duurde tot de
avond. Velen werden voorlopig afgewezen en uitgesteld.
Fascikel 14
704