background image
kunnen komen; Hij genas ze, en ook nog veel andere:
waterzuchtigen, lammen, blinden en
bloedverliezende vrouwen, zowel bij heidenen als bij
Joden. Vooral vielen mij 10 bezetenen op, allemaal
Joden, zowel mannen als vrouwen.
Bij de heidenen zag ik nooit zoveel bezetenen. Onder die
bezetenen zag ik er ook voorname, die in huiskamers en
voorhoven in traliehokken opgesloten waren. Toen Jezus tot die
huizen naderde, sloegen zij verschrikkelijk aan het razen en
woeden, doch zodra Hij bij henzelf kwam, werden zij stil
en staarden Hem star en verwilderd aan. Ik
bemerkte dat Hij met een enkele blik de duivel uit
hen dreef en ik zag de boze geest zichtbaar uit hen
wijken,
-
eerst als een damp, en
-
daarna in de gedaante van een afgrijselijk, menselijk
schaduwbeeld, dat ontvluchtte.
De aanwezigen stonden hierover verbaasd en ontsteld; de
bevrijden werden eerst bleek en zonken onmachtig ineen.
Toen kwamen zij uit hun bewusteloosheid als uit een droom238,
vielen dan op hun knieën, dankten Hem en waren totaal andere
238 Iets dergelijks zegde K. reeds in nr. 393.
Deze ervaring van bevrijde bezetenen kunnen wij vergelijken met die van
zielen die uit de extase terugkeren of teruggeroepen worden; zij kunnen zich
niet aanstonds rekenschap geven van de omgeving waarin zij ontwaken,
weten niets van dag noch uur, noch met wie zij weer in aanraking komen
(cfr. Vie d.’A.C.E. II, 490).
Telkens als Zr. Jozefa Menendez uit de hel terugkeerde, waar zij enkele
uren een deel der pijnen meegemaakt had, scheen het haar dat meerdere
jaren verlopen waren en haar eerste indrukken waren: “Waar ben ik nu?
Wie ben jij? Leef ik nog?”
Haar ogen zochten het midden te herkennen, waaruit zij pas enkele uren
geleden weggerukt was. Eerst na een hele tijd realiseerde zij zich dat ze
nog op aarde leefde (Un appel à l’Amour, 245). (cfr. fasc. 12, nr. 393).
Fascikel 14
718