background image
4. Van de woestijn en de Libanon ginds tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat, het gehele
land der Hethieten, en tot aan de Grote Zee in het westen zal uw gebied zijn.
5. Niemand zal voor u standhouden al de dagen van uw leven; zoals Ik met Mozes geweest
ben, zal Ik met u zijn; Ik zal u niet begeven en u niet verlaten.
6. Wees sterk en moedig, want gij zult dit volk het land doen beërven, dat Ik hun vaderen
gezworen heb hun te zullen geven.
7. Alleen, wees zeer sterk en moedig en handel nauwgezet overeenkomstig de gehele wet die
mijn knecht Mozes u geboden heeft; wijk daarvan niet af naar rechts noch naar links, opdat gij
voorspoedig zijt, overal waar gij gaat.
8. Dit wetboek mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het dag en nacht, opdat gij
nauwgezet handelt overeenkomstig alles wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw
wegen uw doel bereiken en zult gij voorspoedig zijn.
9. Heb Ik u niet geboden: wees sterk en moedig? Sidder niet en word niet verschrikt, want de
HERE, uw God, is met u, overal waar gij gaat.
10. Toen beval Jozua de opzieners van het volk:
11. Gaat midden door de legerplaats en beveelt het volk aldus: bereidt u teerkost, want binnen
drie dagen zult gij de Jordaan hier overtrekken om bezit te gaan nemen van het land, dat de
HERE, uw God, u tot een bezitting geven zal.
12. Tot de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam Manasse zeide Jozua:
13. Gedenkt het woord dat Mozes, de knecht des HEREN, u geboden heeft: de HERE, uw God,
schenkt u rust en geeft u dit land;
14. uw vrouwen, uw kleine kinderen en uw vee mogen blijven in het land, dat Mozes u gegeven
heeft aan de overzijde van de Jordaan, maar gij zult, ten strijde toegerust, aan de spits uwer
broeders optrekken, alle dappere helden, en gij zult hen helpen,
15. totdat de HERE uw broeders rust geschonken heeft evenals u, en ook zij bezit genomen
hebben van het land dat de HERE, uw God, hun geven zal. Dan moogt gij terugkeren naar uw
eigen land en dat in bezit nemen, hetwelk Mozes, de knecht des HEREN, u gegeven heeft aan
de overzijde van de Jordaan, in het oosten.
16. Daarop antwoordden zij Jozua: Al wat gij ons bevolen hebt, zullen wij doen en overal,
waarheen gij ons zenden zult, zullen wij gaan;
17. evenzeer als wij naar Mozes gehoord hebben, zullen wij naar u horen; moge maar de HERE,
uw God, met u zijn, zoals Hij met Mozes geweest is.
18. Ieder die uw bevel weerstreeft en niet hoort naar uw woorden, wat gij hem ook bevelen
zult, zal ter dood gebracht worden. Alleen, wees sterk en moedig!
Uit: NBG-vertaling 1951
Vervolgens legde Hij dit alles zinnebeeldig uit: “zó
kwamen nu het licht en de waarheid opnieuw tot
hen, zegde Hij, doch nu niet met wapengeweld, doch
met genade en zachtmoedigheid, om hen uit de
greep van het kwaad te bevrijden; zij mochten geen
weerstand bieden, zoals de Kanaänieten deden,
opdat Gods strafgericht niet over hen zou komen,
zoals over Azor.” (Jos. 11, 10).
Fascikel 14
724