background image
zending, die zijn hemelse Vader Hem opgedragen
had, te verhinderen, dat Hij zich voortaan weer
(openbaar) aan hen zou vertonen en de waarheid
en het Rijk Gods aankondigen.
Er waren daar ook vele vrouwen met hun kinderen en zij
verlangden zijn zegen. De leerlingen verontrustten zich hierover
en waren van mening dat Hij dat beter zou laten wegens de hier
aanwezige bespieders, maar Jezus berispte hen over hun
mensenvrees en zei dat Hij de bedoeling van die
moeders goedkeurde en dat die kinderen
deugdzaam zouden worden; Hij ging dan ook door
de rangen en zegende ze.
505.
De toespraak die om 10 uur ‘s morgens begonnen was, duurde tot
tegen de avond. Dan ging het volk gerangschikt neerzitten voor
de maaltijd. Aan de ene kant van de berg stonden vuurovens met
roosters, waarop de vissen gebraden werden. Allen zaten in de
beste rangschikking: de inwoners van een zelfde stad lagen
tezamen; verder de mensen uit elke straat en tenslotte de families
en buren uit die straat. Elke straat had haar man, die de spijzen
haalde en verdeelde. Alle disgenoten of één uit een samenetende
groep had een opgerold stuk leder op zich hangen, dat open gerold
tot tafelblad of dwaal (= witlinnen doek over het altaar,
altaardoek) diende. Ook ander tafelgerief had men bij zich, nl.
benen messen en lepels, die met een pin aan de hecht of steel vast
waren. (Tafel- en eetgerief namen de Joden op weg mee, wanneer
ze voorzagen dat zij onderweg zouden moeten eten). De enen
hadden kalebassen flessen op zich hangen (cfr. fasc. 13, nr. 418
en voetnoot 180).
Fascikel 14
727