Joannes heeft nu sedert 3 dagen gegeten noch gedronken,
ofschoon hij voortdurend gepredikt en met roepende stem over
Jezus gesproken heeft. Ook heeft hij heden Herodes openlijk zijn
echtbreuk verweten. De leerlingen drongen smekend bij hem aan
toch een weinig rust en een verversing te nemen, doch hij
luisterde niet en sprak met dezelfde geestdrift voort.
De menigte is nog steeds zeer groot. Op enige afstand zijn de
kampementen van meerdere scharen vreemdelingen. Het uitzicht
vanop de heuvel waarop Joannes predikt, is buitengewoon mooi;
men kan er ook de Jordaan IN DE VERTE zien; men geniet een
schoon uitzicht op de steden in de omtrek, over de boomgaarden
en landschappen heen.
Er moet hier voortijds een groot gebouw gestaan hebben, want ik
zie hier nog dikke, doorzichtige booggewelven, met gras
begroeid, gelijk bruggen of bogen van grote stenen. (Bedoeld zijn
de grondslagen van Melchisedeks tentkasteel, die met eigenlijke
bruggen niets te maken hebben; zie fasc. 10, nr. 268).
Het (ander) kasteel, waarin Herodes zijn intrek genomen heeft, is
voor het grootste deel verwoest en verwaarloosd. Nochtans zijn
een paar torens er van hersteld en hierin verblijft hij.
Ik meen dat deze plaats wel Ennon (=Ainon) bij Salim kan zijn,
want ze ligt tegenover Salem en Joannes heeft er vroeger reeds
gedoopt (Joa. 3, 23).
Bemerking van Brentano:
“Boven, nr. 268 en ook nr. 513 heeft zij vrij onduidelijk de doop‐ en
leerplaats beschreven als een ruïneterrein met rondom de
grondmuren van een groot gebouw, namelijk van het tentkasteel van
Melchisedek hij Salim aan de Jordaan, maar zij had geen helder
inzicht in de waterlopen.”
(De een of andere bijzonderheid nopens beken zal men bijgevolg op
ons kaartje, zie nr. 512, misschien niet terugvinden.)
Fascikel 14
743
|