background image
516.
De plaats is zeer rijk aan bronnen (Quellen) en de badbron
(Badebrunnen = doopvijver tussen meertje en heuvel, 9) is in de
beste toestand, ja, een kunstwerk, want de bron (in de eigenlijke
zin, Quelle) komt door een overwelfd kanaal uit de heuvel,
waarop Joannes zijn leergestoelte heeft (zie kaartje, bij nr. 512).
De ovale doopvijver heeft 3 schone, groene aardterrassen die hem
omringen en weer door 5 gangen of paden doorsneden zijn.
Hoewel hij kleiner is dan de vijver Bethesda te Jeruzalem (de
beschrijving komt later) is hij nochtans in een betere toestand en
ook reiner, want in de Bethesdavijver staat hier en daar riet en
vallen er de bladeren in van de omstaande bomen. Ook hier staan
weliswaar bomen, maar alles is er rein.
(De doopplaats van Joannes ziet zij altijd goed onderhouden,
waarschijnlijk door de zorg van de leerlingen die hem versieren,
zoals ook door het veelvuldig gebruik.)
De doopvijver ligt achter de heuvel en omtrent 150 stappen achter
die vijver ligt het kleine meer of grote vijver, waarin zeer vele,
zelfs grote vissen leven; ik heb ze gezien en ook hoe ze zich
allemaal schenen te verdringen naar de kant waar Joannes preekte,
als om naar zijn woorden te luisteren.
Op dit meer liggen kleine schuiten, die uitgeholde stukken
boomstam zijn, ruim genoeg voor ten hoogste twee man; zij
hadden in het midden zittingen – stoelen, zei de zienster – om te
vissen.
Ik heb Joannes vaak op het meertje met zijn leerlingen zien varen.
Joannes gebruikt slechte kost en maar weinig. Zelfs wanneer ik
hem met zijn leerlingen gezamenlijk zag eten, nam hij alleen grof
en smakeloos voedsel tot zich. Ik zie hem dikwijls in de nacht
alleen bidden, somtijds op de rug gelegen en de hemel
beschouwend.
Fascikel 14
745