| broer in de omgeving van de Kalvarieberg vermoorden, waarna God hem hier weer op de Olijfberg om rekenschap vroeg. (Natuurlijk is het mij onmogelijk hierop commentaar te geven). Met het dagaanbreken (28 juli) was Jezus reeds te Betanië terug. Hij zal, meen ik, morgennacht (28-29 juli) naar Bethoron gaan, waar de 12 leerlingen bijeen zijn geroepen. (zie begin van nr. 509; en verder begin van nr. 536). Beraadslaging over in te richten herbergen. 533. 28 juli. – Heden, nu de sabbat voorbij was (het was gisteren sabbat), besprak men de zaak waarvoor Jezus hoofdzakelijk naar Betanië gekomen was. De Heilige Vrouwen hadden nl. met droefheid vernomen dat Jezus en zijn gezellen op hun reizen al menige ontbering te verduren hadden gehad, vooral op de laatste spoedreis naar Tyrus; de ontbering was zo groot geweest, dat Jezus de harde broodkorsten, die Saturninus voor Hem bij elkaar had gebedeld, in het water had moeten weken om ze te kunnen eten (zie fasc. 13, nr. 461). Daarom hadden deze vriendinnen van Jezus Hem het plan voorgesteld om voor Hem en zijn leerlingen op hun reizen herbergen in te richten en deze van alles te voorzien wat zij nodig konden hebben. Jezus had hun opzet goedgekeurd; zij wilden dit plan nu nader onderzoeken en juist om dit met hen te bespreken was Jezus nu naar hier gekomen. Nu Jezus verklaarde dat Hij voortaan overal, in steden en dorpen, openlijk wilde gaan preken, boden Lazarus en de vriendinnen nogmaals hun diensten aan om herbergen voor Hem in te richten, te meer daar de Farizeeën Fascikel 14 776 |