Zijn bedreigingen veroorzaakten een grote opschudding onder de
Joden. Enigen aanhoorden zijn woorden met vreugde, doch meer
anderen morden vol verbittering: “Waar vandaan komt deze zo
onverwacht weer naar hier? Hij verschijnt zo onaangemeld; men
heeft niets van zijn komst gehoord.” (Jezus was te Betanië
verborgen gebleven).
Anderen die vernomen hadden dat er in de herberg in het dal
vrouwen uit zijn gevolg waren, gingen erheen om ze omtrent de
bedoelingen van hun Meester te ondervragen.
In de herberg waren Veronika, Joanna Chusa en de weduwe van
Obed aangekomen en hadden er een kleine maaltijd bereid. Hier
kwam de Heer, nadat Hij in de stad nog verscheidene
koortslijders had genezen. Staande at Hij een weinig met
de leerlingen. Dan schortten zij hun kleed op (door het tussen de
gordel omhoog te trekken) voor de reis en trokken verder.
Nog heden zag ik Hem te Kibzaïm (Abuz + Qoeza, 2 uren
ten zuiden van Sikem, zie fasc. 12, nr. 364, voetnoot 132), en in
enige andere kleine herdersgehuchten op gelijke
wijze leren. De leerlingen kwamen te Kibzaïm niet allen bij
elkaar, maar verzamelden zich weer op de grenzen van Samaria in
een groot herdershuis met meerdere bijgebouwen of zijvleugels.
Maria en Jozef waren daar op hun reis naar Bethlehem goed
ontvangen geworden, nadat zij in andere huizen tevergeefs om
onderkomen hadden gebeden.
Hier aten en sliepen zij; zij waren wel ten getale van 15.
Lazarus en de vrouwen waren teruggekeerd255.
255 In fasc. 4 hebben wij dit huis verondersteld te Awerta, 6 km ten zuiden
van Sikem, nabij het zuidelijk einde van de vallei Makhna, die aan de
oostkant van de Gerizzimberg van noord naar zuid loopt.
Over dit herdershuis of herberg vindt men bijzonderheden in fasc. 4, nr. 108;
zie ook kaart hierboven en de grote duidelijke kaart 3.
Fascikel 14
786
|