Zij hebben nog tot in de nacht gegaan en in een dal, aan deze zijde
van een riviertje, dat de grens van Samaria vormt, bij enige
herders overnacht, bij wie zij (met zo velen) weinig of niets
konden krijgen; zelfs het water uit het riviertje was niet goed te
drinken; het riviertje was smal en hier, niet verre van zijn
oorsprong aan de voet van de Gerizzim, had het een snelle loop
naar het westen (zie puntlijn, grote kaart 3).
Fascikel 14
795
|