background image
Mededelingen.
In het 1e fascikel (aflevering) van Emmanuel heeft Katarina het over de 
Essenen gehad.  In nr. 5 zegde zij ondermeer: “Ik zag hen driemaal in het 
jaar naar de tempel gaan.”  
Nu, door de geleerden werd en wordt vrij algemeen aangenomen dat ze 
zich radicaal van de tempel en zijn eredienst hadden afgezonderd en een 
eigen eredienst volgden.  Dit uit reactie tegen een ingedrongen, 
onwettige priesterdynastie, die begon met de afvallige Alkimus.  Hij was 
door Antiochus Eupater in de plaats van de vrome Onias tot 
hogepriester aangesteld (zie fasc. 7, nr. 181, voetnoot 387).  
Iemand ontkende radicaal het zo juist geciteerde woord van K. 
“Uitgesloten dat zij nog betrekkingen met de tempel onderhielden”, 
was zijn opwerping.  
Ondertussen is een verrassende vondst haar in het gelijk komen stellen, 
die ons commentaar op haar gezegde in fasc. 1, nr. 5, voetnoot 14, niet 
weinig verstevigt.   
*** 
In ‘De Standaard’ van 20 januari 1972 verscheen een artikel met het 
opschrift: ‘Tempelrol’ werpt nieuw licht op de bronnen van het 
christendom.  Deze rol is de grootste van de in 1947 te Qoemram 
ontdekte Dode‐Zee‐documenten; ze is 7 m lang en telt 66 kolommen.   
Haar belang is aldus te omschrijven: Voor de 1e keer toont een document 
ons de basisleer van de Essenen met betrekking tot de eredienst in de 
tempel te Jeruzalem.   
In tegenstelling met wat tot nog toe werd aangenomen, geloofden de 
Essenen wél in de tempelcultus en namen zij een nog veel strengere 
positie in, wat betreft de voorschriften van reinheid en onreinheid.  
Tot dusver oordeelden de meeste geleerden dat de ongewone stichting 
van een joods monnikenklooster te maken had met hun verzet tegen de 
nieuwe priesterdynastie in de tijd van de Makkabeese opstand (165 vóór 
Chr.).  Wij zagen vroeger dat de Essenen veel eerder bestonden onder 
een andere naam fasc. 1, nr.3, voetnoot 6).   
Fascikel 14
796