Nabloes ligt op een hoogtepunt. Van de rand der stad daalt een vallei
naar het westen, een andere naar het oosten af. Nabloes is de
Arabische vorm van de naam Neapolis, d.i. nieuwe stad; deze verschijnt
eerst als stad na de jaren 70. In Jezus’ tijd bestond ze nog niet of was
althans maar een dorp of gehucht.
Waar ze ligt is de vallei slechts 500 breed, zodat ze nu de vallei in haar
breedte geheel vervult en een strategisch belang heeft door haar
ligging. De vallei die oostwaarts afdaalt en geleidelijk verbreedt, scheidt
de bergen Gerizzim en Ebal; ze ligt op een 300 à 400 m lager niveau dan
deze bergtoppen; ze bereikt bij de lijn die men van de Put van Jakob zou
trekken tot het dorp Askar, een breedte van 1100 m; ze draagt de naam
vallei van Nabloes.
Ten oosten van de genoemde lijn heet ze vallei of Sahel Askar en hier
deint ze uit tot een ruime vlakte, die met de omringende heuvelhellingen
op een reusachtig amfitheater gelijkt.
Hier heeft de vlakte een brede verlenging naar het zuiden; ze loopt aan
de oostvoet van de Gerizzim tot de dorpen Awerta, Beita tot voorbij
Qoeza of Kibzaïm.
Fascikel 15
800
|