background image
Ik heb u gezonden om de vruchten in te oogsten, die
gij niet gezaaid noch gekweekt hebt.
Anderen hebben de oogst voorbereid en gij hebt hun
werk overgenomen.” Zo sprak Hij tot de leerlingen om hun
moed en werklust op te wekken.
Zij bleven hier (d.i. waar hun wandeling hen gebracht had, b.v.
waar nu Nabloes ligt) maar een korte tijd samen rusten en
scheidden dan.
Bij Jezus bleven Andreas, Filippus, Saturninus en de evangelist
Joannes (die in zijn evangelie, Hfst. 4, deze episode verhaalt).
De overigen gingen tussen Tebez en de stad Samaria naar Galilea
toe.
Met de bij Hem gebleven leerlingen ging Jezus nu, Sikar ter
rechterzijde latend, een uur of wat zuidoostwaarts naar een vlakte
(het brede dal Makna ten oosten en zuidoosten van de Gerizzim),
waar een twintigtal verspreide herdershuizen en tenten stonden.
(Een der grootste huizen was de herberg of het herdershuis te
Awerta.).
Fascikel 15
829