Hierover maakten zij zich vrolijk en de meesten verlieten de
synagoge; één van hen nochtans aanhoorde de lering van Jezus tot
het einde toe en nodigde Jezus dan met zijn leerlingen op een
maaltijd uit. Hoewel hij beter was dan zijn collega’s, had hij
nochtans de bedoeling Jezus te bespieden en te verrassen. Ook
nog andere Farizeeën waren aanwezig.
Toen Jezus (van de maaltijd) naar de synagoge terugkeerde, had
men verscheidene zieken vóór de school (of synagoge) gebracht;
zij verlangden dat Hij hen zou genezen en hierdoor hun een teken
laten zien. Maar Jezus genas ze niet en zei: “Gij wilt in
Mij niet geloven en ik wil u ook geen teken laten
zien.” Hun opzet was een genezing uit te lokken op de sabbat en
Hem dan van heiligschending te beschuldigen.
556.
Na het sluiten van de sabbat reisden de voornaamste leerlingen
van Galilea naar huis. Jezus echter begaf zich met Saturninus en
nog twee anderen naar het landgoed van Lazarus, waar Hij nog
verblijft. Ik voorzie dat Hij morgen ook de omstreken wil
bezoeken. Meer bepaald zal Hij weerom een weinig zuidwaarts
gaan, naar een stad in het gebergte, die, zo mij dunkt, Atarot
heet266.
266 Atarot = Atara. – Dit Atarot is ook officieel bekend; het bestaat nog en
heeft zijn naam bewaard, met de verandering van de eind-‘OT’ in ‘A’
(VOORREDE, nr. 4).
Het huidige dorp ligt 7 km ten noordwesten van de stad Samaria en 17 km
ten zuidzuidwesten van Lazarus’ landgoed, op een heuvel langs de
noordhelling van een berg, op een niveau van 375 m.
De noordelijke vallei, anderhalve km verder, is reeds 125 m lager.
Hoe ongelijk dit berggewest is, blijkt uit de loop van de spoorweg, die zich
van Nabloes uit met vele en grote bochten door het gebergte wringt.
“Wij bestijgen de heuvel waarop Atara ligt, zegt V. Guérin, een ellendig dorp
dat een oude plaats, met name Atarot, opgevolgd is; het is in Eusebus’
Onomasticon vermeld.” (Sam. II, 214-216).
Fascikel 15
841
|