background image
uren van hier (17 km) en ongeveer 2 uren (7 km) van Samaria
verwijderd lag.
Deze stad was als een brandpunt van Sadduceïsme.
Tijdens de vervolgingen tegen de leerlingen na het paasfeest,
hadden de Sadduceeën van hier, net zoals de Farizeeën van
Gennabris (fasc. 13, nr. 461), verscheidene leerlingen gearresteerd
en met gevangenschap en uitvraging gekweld.
Ook hadden enigen van hen Jezus reeds beloerd gedurende zijn
prediking in de herberg bij Sikar (nr. 553, 2 augustus), waarin
Hij met nadruk de hardvochtigheid van de Farizeeën
en de Sadduceeën jegens de Samaritanen had
gehekeld.
Zij hadden toen reeds een plan ontworpen om Jezus strikken te
spannen en hadden met dit doel Hem verzocht de sabbat naar
Atarot te komen vieren. Maar Hij doorzag hun list en daarom
ondernam Hij de langere weg naar Ginea. Ook met de Farizeeën
van daar hadden zij onderhandeld; en de zaterdagmorgen zonden
zij afgevaardigden met de boodschap: “Gij hebt wonderschoon
over de liefde tot de evenmens geleerd: men moet zijn naaste
beminnen, zoals zichzelf. Wees derhalve zo menslievend naar
Atarot een zieke te komen genezen. Wilt Gij ons dit teken
toestaan, dan zullen wij allen, ook de Farizeeën van Ginea, in U
geloven en U helpen om uw leer in het gehele gewest te
verspreiden.”
(Waarschijnlijk waren die Farizeeën de vrijdagnamiddag naar Ginea 
gereisd en hadden zij Jezus de zaterdagmorgen aangeklampt …  
of ze beschikten over een voorwendsel om zulk een weg op de 
sabbat af te leggen.)  
Jezus echter kende hun boosheid en doorzag hun
bedrog. De bedoelde zieke lag al een paar dagen onbeweeglijk
en dood; zij maakten de stadbewoners wijs dat hij in een
bewusteloosheid lag; zelfs zijn vrouw was onkundig van zijn
dood. Had Jezus hem opgewekt, zij zouden gezegd hebben dat
Fascikel 15
846