background image
(aan de noordkant der stad, even buiten de muren). Dezen
betuigden Hem hun vreugde over deze goede ontvangst, maar
Jezus zei hun te wachten tot morgen; dan zouden zij
heel wat anders zien gebeuren.
591.
17 augustus; Sabbat. –
Op zaterdagmorgen leerde Jezus weer in de
synagoge. Een andere Jood, aan wie de beurt was om die dag
de voorlezing te doen, wilde de schriftrol nemen, maar Jezus
vroeg ze hem en leerde uit het 5e boek van Mozes; het
werd geopend bij hoofdstuk 4 en Hij las over de
gehoorzaamheid aan de geboden.
Deuteronomium 4
Mozes vermaant het volk Gods wet te onderhouden
1. Nu dan, o Israël, hoor de inzettingen en de verordeningen, die ik u leer na te komen, opdat
gij leeft en opdat gij het land binnengaat en in bezit neemt, dat de HERE, de God uwer vaderen,
u geven zal.
2. Gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daarvan niet afdoen, opdat gij de geboden van
de HERE, uw God, onderhoudt, die ik u opleg.
3. Met eigen ogen hebt gij gezien, wat de HERE ten aanzien van Baäl-Peor gedaan heeft, hoe de
HERE, uw God, alle mannen die Baäl-Peor achterna liepen, uit uw midden verdelgd heeft;
4. terwijl gij, die de HERE, uw God, aanhingt, heden nog allen in leven zijt.
5. Zie, ik heb u inzettingen en verordeningen geleerd, zoals de HERE, mijn God, mij geboden
had, opdat gij aldus zoudt doen in het land, dat gij in bezit gaat nemen.
6. Onderhoudt ze dan naarstig, want dat zal uw wijsheid en uw inzicht zijn in de ogen der
volken, die bij het horen van al deze inzettingen zullen zeggen: Waarlijk, dit grote volk is een
wijze en verstandige natie.
7. Immers welk groot volk is er, waaraan de goden zó nabij zijn als de HERE, onze God, telkens
als wij tot Hem roepen?
8. En welk groot volk is er, dat inzettingen en verordeningen heeft zo rechtvaardig, als heel
deze wet, die ik u heden voorleg?
9. Alleen neem u ervoor in acht en hoed u er terdege voor, dat gij de dingen die gij met eigen
ogen gezien hebt, niet vergeet, en zij niet uit uw hart wijken zolang gij leeft; maak ze aan uw
kinderen en kindskinderen bekend:
10. de dag, waarop gij voor het aangezicht van de HERE, uw God, bij Horeb stondt, toen de
HERE tot mij zeide: roep Mij het volk samen, dan zal Ik het mijn woorden doen horen, opdat zij
leren Mij te vrezen alle dagen, dat zij op de aardbodem leven, en opdat zij het hun kinderen
leren.
11. En gij naderdet en stondt onderaan de berg, terwijl de berg laaide van vuur tot in het hart
des hemels – duisternis, wolken en donkerheid.
12. Toen sprak de HERE tot u uit het midden van het vuur; een geluid van woorden hoordet gij,
maar een gestalte naamt gij niet waar, er was alleen een stem.
13. En Hij maakte u het verbond bekend, dat Hij u gebood te houden, de Tien Woorden, en Hij
schreef ze op twee stenen tafelen.
Fascikel 15
908