background image
leert uit Jesaja.  Nu volgen hier enkele vrij geciteerde regels uit de grote 
profeet in verband met de titelgravure.   
“Zie, een MAAGD zal ontvangen en een zoon baren; ze zal Hem noemen: 
God‐met‐ons!”  
“Een kind is ons geboren, een zoon ons geschonken! (het kind van 
Maria, de Zoon van God) de heerschappij is op zijn schouders! (het kruis 
waardoor Hij heerst).  Wonderbare raadgever en leidsman zal Hij zijn!  
Vorst en brenger van vrede zal Hij heten!”  
Een heraut kondigt zijn verschijning aan en vermaant: “Baant voor de 
Heer een weg; bereidt Hem een pad, slecht de heuvelen, vult de dalen, 
effent de grond!”  
Zijn boodschap is er een van vreugde voor alle volken: “Troost u, volk 
van uitverkiezing: uw ellende is voorbij, uw schuld geboet!  uw zonden 
vergeven!  uw scharlaken vlekken gewassen in mijn bloed!  Nu wordt 
God zelf uw loon en bezit voor altijd!”   
Het bewijs?  slechts weldaden worden u bewezen, lichamelijke, 
geestelijke, de eerste als beeld van de tweede: “Dan worden de ogen 
van de blinden ontsloten, gevangenen verlost!”  
Zijn lijden en dood ontsloot u deze schatten: “Man van smarten, het 
lijden ervarend, heeft Hij uw schanddaden geboet, de straf er voor op 
zich genomen in zijn schanddood.”  Maar dit was ook de omkeer.   
Na zijn gehoorzaamheid tot in het sterven heeft God Hem weer 
opgewekt en verhoogd.  Glorierijk verrijzend vertrapt Hij de dood en de 
slang die hem in de wereld bracht; Hij krijgt nu de volken tot erfdeel en 
brengt ze bijeen in zijn Kerk!  Deze zal heerlijk zijn, bestemd voor alle 
schepsel!  Van verre komen haar zonen en dochters.   
“Komt, trekken wij op naar het huis van de Heer, zullen zij zeggen, van 
daar komt zijn woord en wet, de veilige weg naar het Heil!”   
In ruil voor het Heil brengen zij haar rijkdom en roem.  Uit Madian en Efa 
en Saba brengen koningen goud en mirre en hebben de mond vol met 
de lof van Gods heerlijkheid.  
Na de Doper is Jesaja de grootste profeet! de profeet van de Emmanuel!  
Rijkdom van gedachten, kleurrijke beelden.   
De vruchten der Verlossing in tijd en eeuwigheid kan hij nauwelijks 
beschrijven: Geen oog heeft het gezien, geen oor gehoord, geen brein 
vermoed.  
Fascikel 16
925