stad geheel verwoest zou worden en dat ze boos was
op opvallende wijze.
De leerlingen spraken eens met Jezus over een zekere Agabus; ik
weet niet meer juist op welk moment, nu of later in de herberg,
waar zij het wellicht gehoord hadden. Die Agabus was een
profeet en tijdgenoot van Jezus en woonde hier in het gewest;
sedert enige tijd kreeg hij visioenen over Jezus’ tegenwoordige
levenswandel en onlangs had hij over Jezus geprofeteerd; later is
hij een leerling geworden (cfr. Hand. 21, 10).
Hij was uit Argob (een stad hier in het gewest)287.
Jezus vertelde over hem dat zijn ouders Herodianen
waren en hem in deze sekte hadden opgevoed, maar
dat hij zich bekeerd had; daarop weidde Hij uit over
de sekten als over zorgvuldig gesloten graven vol
verrotting.
601.
Aan de oostkant van de Jordaan in Perea, Trachonitis en Iturea
(fasc. 8, deel Palestina, E, V = Perea en VII) waren de Herodianen
buitengewoon talrijk; zij hielden hun gezindheid verborgen,
vormden een geheime sekte en werkten in het duister;
zij ondersteunden elkaar in het geheim. Er sloten zich ook arme
mensen bij hen aan, die zij dan opeens uit hun nood ophielpen;
zij waren uiterlijk zeer farizees; het doel van hun verborgen
werking was de Joden van de heerschappij der t hemRomeinen te
bevrijden; zij hingen Herodes aan en verstonden zich me; hun
werkmethode was bijna gelijk die van de vrijmetselaars.
287 Argob. – Bedoeld is zonder twijfel niet de provincie, maar een stad
Argob. Juist in het gewest waar Jezus nu gekomen is, nl. 4 km ten oosten
van Gamala ligt een Arqoeb. Wij kunnen er moeilijk aan twijfelen of deze
stad is bedoeld.
Op een kaart in Guide de Palestine, blz. 630, wordt de naam met een ‘G’
geschreven, dit zou dan absoluut geheel dezelfde naam zijn.
(cfr. VOORREDE, nr. 4).
Fascikel 16
948
|