-
Even ten noorden van dit Gerasa ligt het district Chorazin.
-
In noordelijke richting over Gerasa heen kijkend, ontwaart
men een hoge bergrug die boven eindigt met een hoog
gebergte rijk aan spitsen als torens, vol woud en witte rotsen.
-
Ten westen, ter zijde van die bergrug ziet men Seleucia bij het
Meer Merom.
-
Blikt men van de hoogte vanwaar ik dat alles zag, naar het
zuiden toe, dan ziet men op haar zuideinde op een steile top de
vestingstad Gamala en onder haar ziet men (naast Gamala
weg) de stad waarheen Jezus zich nu begaf en die, zo ik meen,
Galaäd heet; ze ligt een uur meer zuidelijk dan Gamala en rond
een hoogte. Galaäd ligt wonderschoon trapsgewijs om een
Het woord Qanatir betekent: bogen en wijst mogelijk op de resten van
heidense tempels, die er volgens K. waren.
Overigens is Qanatir een oude plaats, een khirbeh en van de door K.
vermelde synagoge werden de resten opgegraven.
Qanatir heeft een bron, waaruit een beekje naar een zijriviertje van de wadi
Semak vloeit. Nu vindt men daar nieuwe namen op de nieuwe kaarten.
Het bestaan van een Gerasa op die plaats heldert een evangelische
twistvraag op. In de handschriften der eerste drie evangeliën, waar deze het
verhaal inleiden van de uitdrijving van het legioen duivelen en waar ze de
plaats van het wonder bepalen, komen drie lezingen voor:
-
En Jezus kwam, volgens Matteüs, over het Meer in het land van de
‘Gadarenen’;
-
volgens Markus in het land van de ’Gerasenen’;
-
volgens Lukas in het land van de ‘Gergesenen’.
Het bestaan van een Gadara, Gerasa en Gergesa staat dus vast.
Waar echter waren ze gelegen?
Volgens Eusebius en Hiëronymus, hierin voorafgegaan door Origenes, lag
een Gergesa nabij het Meer op een berg, super montem. Ook op een berg
ten oosten van Magdala wijst K. Gergesa aan.
De geleerden kennen alleen een Gerasa veel te ver naar het zuiden, om in
aanmerking te kunnen komen. Aangezien K. een Gerasa dicht bij Gergesa
vermeldt, is ook de evangelielezing die Gerasenen heeft, gerechtvaardigd.
Blijft nog de moeilijkheid van Gadara waarvoor het oude Gadara op de
hoogte ten zuiden van de Hiëromax te ver afgelegen schijnt om door
Matteüs bedoeld te kunnen zijn.
Fascikel 16
953
|