Hier werden Jezus de voeten gewassen en er was een maaltijd,
onder welke het gesprek hoofdzakelijk hierover ging, dat er 15
Farizeeën, vertegenwoordigers van de voornaamste scholen van
Judea en Jeruzalem, te Kafarnaüm aangekomen waren om Hem te
bespieden. Uit enige groter steden waren er twee, doch uit
Sefforis slechts één. Een jongeling uit Nazareth, die Hem reeds
vaak om aanneming gebeden had en dien Hij nog onlangs had
afgewezen (fasc. 15, nr. 592), maakte nu als schriftgeleerde ook
deel uit van dit gezantschap.
Kort geleden was hij getrouwd en Jezus zei nu tot de
leerlingen: “Ziet voor wie gij Mij gebeden hebt.
Hij verlangt een leerling van Mij te worden en komt
Mij bespieden!”
Fascikel 16
965
|