| Ik zag ook de kinderen van de familie; ik zag de ongeveer tienjarige stiefdochter van Petrus met andere meisjes van haar leeftijd, en 2 andere meisjes van zowat 10 en 8 jaar, en een zoontje van Andreas; het droeg een geel rokje met een gordel. Er waren ook enige andere vrouwen bij hen; zij stonden onder een afdak van het huis en spraken over de Profeet, of Hij daar weldra zou komen en ze liepen een eind ver de straat op en terug, kijkend of Hij nog niet naderde; dan stonden zij hier te wachten om Hem te zien, want gewoonlijk werden de kinderen zeer kort gehouden. Jezus verscheen eindelijk en in het voorbijgaan bekeek Hij hen vriendelijk en zegende hen. Daarna zag ik Jezus naar het huis van Petrus teruggaan en daar nog vele zieken genezen, hun zonden vergeven en hun richtlijnen geven wat zij in de toekomst moesten beginnen. 614. Ik heb heden opnieuw ook gezien dat Jezus op zeer verschillende wijzen de zieken genas, en dit waarschijnlijk met het doel aan de leerlingen te tonen hoe zijzelf later, en de kerk te eeuwigen dage het moesten doen. In al zijn handelingen en lijden (of aandoeningen) was een menselijke vorm: niets was op goochelachtige of schielijke wijze veranderd of genezen; ik zag bij alle genezingen een zekere overgang, volgens de aard van de ziekten en zonden. Ik heb bemerkt dat allen over wie Hij bad of de handen oplegde, enige ogenblikken verzonken in een stille ingekeerdheid, en zij verhieven zich dan, terwijl zij genazen, als uit een korte bezwijming. - De lammen verhieven zich zacht, wierpen zich dan voor Hem neer en waren gezond, doch de gehele kracht en beweeglijkheid van hun ledematen traden eerst na een kort Fascikel 16 971 |