background image
Heden zag ik Andreas en Jakobus de reis van Kafarnaüm naar
hier zeer vroeg ondernemen en omstreeks de middag hier met
Jezus spreken. Ik meen, zonder het te kunnen
verzekeren, dat zij het hadden over de doop, want
Jezus wil, geloof ik, te Ennon laten dopen. Na dit
onderhoud keerden de twee apostelen terug.
Betulië ligt 1,5 uur ten zuiden van hier, op een hoogte, zeer
eenzaam in een wilde bergstreek. Op het hoogste punt steekt er
een hoge oude toren boven uit, en men ziet er vele oude, vervallen
muren en torens. Eertijds was de stad groter en zeer sterk; nu
groeien er bomen op de muren en men kan er op rijden; ik zag
badgasten die er op kwamen wandelen; de stad ligt hoog, om de
berg.
Het is dit Betulië, waar Judit gewoond heeft; de legerplaats van
Holofernes strekte zich uit vanaf het Meer door het ravijn (nauw
dal el-Amis) van Jotapata tot bij Dotan (= Dotaïn 2), dat een paar
uren zuidelijk van Betulië gelegen is.
632.
De 1e avond was hier lichtzinnig vrouwvolk met mannen van
Jotapata geweest, maar zij hadden Jezus’ lering niet aanhoord
(cfr. nr. 627, laatste alinea); ze begaven zich naar Jotapata terug
en gingen daar vertellen dat Jezus zich hier bevond.
Jotapata ligt ongeveer anderhalf uur ten zuidoosten van hier.
(Een woord over Jotapata en de Herodianen zetten wij even verder 
op een gepaster plaats).  
Nadat de synagoge te Jotapata de nabijheid van Jezus vernomen
had, zond ze een paar Herodianen naar de baden van Betulië, om
op Hem te loeren en Hem een bezoek aan Jotapata voor te stellen.
Die kerels zag ik heden herhaaldelijk in zijn nabijheid als
badgasten zeer kruiperig en vriendelijk jegens Hem, doch om
Hem te bespieden. Jezus liet zich weinig aan hen gelegen liggen.
Op een bepaald ogenblik nodigden zij Hem uit naar Jotapata,
maar Hij gaf hun geen bescheid.
Fascikel 16
1006