| Jezus te Jotapata. 635. 27 augustus. – Nog heden, 27 augustus, kwam Jezus in de namiddag te Jotapata aan; Hij waste zich de voeten en nam een maaltijd in een herberg vóór de stad. De leerlingen gingen vooruit in de stad naar de synagogeoverste en zij vroegen hem om de sleutels van de synagoge: hun Meester wilde er leren. Toen liep daar aanstonds veel volk tezamen en de schriftgeleerden en Herodianen waren vol verwachting, want zij hoopten dat zij Hem in zijn lering zouden vangen. Toen Hij in de synagoge gekomen was, legden zij Hem vragen voor over de nabijheid van het Rijk, over de tijdrekening en de vervulling van de weken van Daniël en over de komst van de Messias (cfr. Dan. 9, 24-27). Daniël 9 De openbaring aangaande de zeventig weken 24. Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen, en om eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen en iets allerheiligst te zalven. 25. Weet dan en versta: vanaf het ogenblik, dat het woord uitging om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen tot op een gezalfde, een vorst, zijn zeven weken; en tweeënzestig weken lang zal het hersteld en herbouwd blijven, met plein en gracht, maar in de druk der tijden. 26. En na de tweeënzestig weken zal een gezalfde worden uitgeroeid, terwijl er niets tegen hem is; en het volk van een vorst die komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten, maar zijn einde zal zijn in de overstroming; en tot het einde toe zal er strijd zijn: verwoestingen, waartoe vast besloten is. 27. En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is. Uit: NBG-vertaling 1951 Jezus weidde daar breedvoerig over uit en toonde aan, dat de voorspelde tijden gekomen waren en alle profetieën in de tegenwoordige tijd hun vervulling vonden. Hij maakte ook gewag van Joannes, die Fascikel 16 1011 |