nabij Dotaïn). Hij kwam eerst in een groot boerenhuis, dat
bewoond was door kennissen van Hem, die brave mensen waren.
De H. Vrouwen overnachtten hier dikwijls op hun reizen naar
Betanië en ook de boden namen hier op hun heen- en terugreis
gewoonlijk hun intrek.
(Zie streeplijn op kaart; men kan ook zeggen dat dit boerenhuis of
herberg nabij Betulië ligt, en het zal wel dezelfde zijn als in fasc. 9, nr.
218; ook dezelfde als in fasc. 13, nr. 424, 3e alinea).
Fascikel 16
1017
|