| *** Ik zag het volgende over haar ontstaan, waarbij mij vele taferelen uit het Oud Testament weer voor de geest traden. Ik zal verhalen wat er mij nog van is bijgebleven. De school van Rebekka (= vrouw van Isaäk) te Abel-Mehola. 657. Isaäk woonde niet ver van Hebron in het Hettietenland (of Chittietenland), waar Abraham een akker gekocht had (Gen. 25, 8-10). Hij was zeer rijk in kudden en had vele knechten (Gen. 26, 14). Hij was blind geworden van ouderdom. Esaü en Jakob waren ook reeds mannen, toen Jakob in de plaats van Esaü de zegen ontving (Gen. 27). Dit was een reële, sacramentalische doorgave van een zegen, die werkzaam was in de geslachten (en voortplanting) om de stam (het geslacht, de rij van voorouders) van de beloofde Messias uit zich voort te brengen (en tenslotte de Messias zelf te helpen verwekken, zie fasc. 1, nr. 26 en 27). Esaü was reeds getrouwd; hij had heidense vrouwen en verscheidene kinderen. Nadien vervolgde hij Jakob op alle manieren en daarom zond Rebekka Jakob heimelijk naar Abel- Mehola, waar hij kudden en knechten bezat en in tenten woonde. Rebekka had daar een school voor Kanaänietische dochters en andere heidense meisjes gesticht. Daar Esaü en zijn kinderen en knechten, zoals ook andere onderhorigen van Isaäk, zulke heidense meisjes ten huwelijk namen, liet Rebekka, die voor zulke heidenen een grote tegenzin had (Gen. 26, 35; 27, 46), de meisjes die zulks wensten, in deze stad onderrichten in de zedenleer en de godsdienst van Abraham, want die grond daar behoorde haar toe. Fascikel 16 1054 |