| Die vrouwen waren schoon van lichaamsbouw, maar buiten dit stonden zij in kennis veel ten achteren bij de kinderen van Abraham. Enige hadden ook nog lange mantels, van boven nauwer, van onder wijder. De vrouwen van Israƫl droegen op het blote lijf een lange doek die zij om de lendenen wikkelden; daarboven een lange hemdrok, en boven deze laatste een lange rok die van voren toegeknoopt was. Het hoofd omwonden zij met een sluier, of omgaven het ook met iets als een kraag die vele plooien achter elkaar vertoonde, gelijk de mensen er nu een om de hals dragen. 659. Ik zag en hoorde ook wat zij toen leerden. De materie was ontleend aan de godsdienst van Abraham (Genesis, van hoofdstuk 1 tot 25). Wat ik me daarvan nog herinner is het volgende: - de KanaƤnietische dochters werden onderricht over de schepping van de wereld, over Adam en Eva en hun verblijf in het paradijs. - Hun werd aangeleerd de verleiding van Eva door de satan, de val in de zonde van het eerste mensenpaar door de overtreding van de wet der onthouding, die God hun had opgelegd. Ik heb altijd gezien dat door het eten van de verboden vrucht alle zondige lusten in de mens zijn ontstaan. - Daarenboven leerde men hun aan dat satan aan de eerste ouders een goddelijk licht, een goddelijke kennis beloofd had, maar dat zij door de zonde blind geworden waren, dat hun als een vel boven de ogen getrokken werd; zij verloren de gave der beschouwing, die zij te voren bezaten en nu moesten zij ook moeizaam, in het zweet van hun aangezicht werken, in smarten kinderen baren en de nodige kennis op allerlei gebied ten koste van grote inspanning aanwerven. Fascikel 16 1059 |