| aangegaan ter voldoening van de bedorven driften, want ook op de toren van Babel werd toverij, afgoderij en ontucht gepleegd. Naar aanleiding van dit onderricht werden de bekeerde dochters dan gewaarschuwd tegen alle huwelijken en betrekkingen met afgodendienaars, tegen alle neiging tot boze kunsten en toverij, tegen ijdelheid, verleidelijkheid en wellust van het lichaam, tegen de hoogmoed bevorderende cultus van lichaam en geest (ijdele kennis en overtollige lichaamsopschik), kortom tegen alles wat niet leidt tot God. Dit alles immers, zo werd hun geleerd, behoort tot de zonden en gruwelen, waarvoor God de mensen door de zondvloed heeft verdelgd. - Anderzijds werden zij aangespoord tot de vreze des Heren, gehoorzaamheid, onderwerping aan zijn wil, tot de nauwkeurige onderhouding van al de plichten van het eenvoudige, sobere leven van nomaden. - Zij werden ook in de geboden onderricht, die God aan Noach had gegeven, b.v. geen rauw vlees te eten (Gen. 9, 4); de overige ben ik vergeten. - Hun werd ook aangeleerd dat God Abraham en zijn geslacht uitverkoren had om uit hun nakomelingen het begenadigde volk te vormen, waaruit de Verlosser geboren moest worden en dat God tot dit doel Abraham uit het land UR weggeleid en van de andere volken afgezonderd had. 660. - Men leerde die meisjes ook dat God blanke mannen (zo noemde men de engelen) tot Abraham gezonden had (Gen. 18), nl. mannen wier lichaam wit, stralend, lichtend scheen en die hem de geheimenis van Gods zegen overmaakten, zodat zijn nakomelingschap talrijker moest worden dan alle volkeren der aarde; Fascikel 16 1062 |