| Jezus in de jongensschool te Abel-Mehola. NOTA.  Het verhaal dat met nr. 656 onderbroken werd, wordt nu  hervat.   663. 3 september. – In de morgen van 3 september ging Jezus met de leerlingen in de jongensschool, waarbij hij overnacht had. Deze school was nu een gesticht voor vondelingen en wezen en voor joodse knaapjes en meisjes; het waren zulke die ontvoerd geworden en buiten de joodse godsdienst opgevoed waren. (In die tijd werden niet zelden kinderen gekidnapt, cfr. I Makk. 3, 40; II Kon. 5, 2). De jongens waren van verschillende leeftijd; bij de meisjes was dit verschil nog groter, zelfs zo groot, dat de grootste de kleinste onderwezen. Aan deze school hadden ook de Farizeeën en Sadduceeën als leraren deel, zij kwamen na Jezus binnen. De jongens hadden heden iets uit te rekenen van de profeet Elizeüs en uit de geschiedenis van Job en zij konden met hun opgave niet klaar geraken. Jezus gaf hun uitleg en schreef hun alles met enige letters op. Hij verklaarde hun ook iets van een maat, maar ik ben de naam vergeten; ik meen dat het de maat van twee uren was, hetzij afstand of tijd; dit weet ik niet meer, gelijk ik bijna niets meer duidelijk weet van wat de jongens uit te rekenen hadden in verband met het tijdstip waarin Job leefde, in verband met de oudheid van zijn geslacht, met zijn verschillende woonplaatsen of met de duur van de tijd tussen zijn beproevingen. behoed voor de grote wulpsheid van dit volk, ook van de aanbidding van het vuur, en heeft hem weggeleid uit Ur (vuur).” Nog herinnerde K. zich vaag dat Abraham als knaap eens door het vuur had kunnen omkomen, zoals Mozes in het water, en dat een andermaal zijn eerste voedster zich met hem verborg, omdat hij, volgens een zekere profetie, tot grote dingen bestemd was. Fascikel 16 1068 |