Jezus wendde zich nu naar hem toe en sprak: “Wat
verlangt gij van Mij?”
De man antwoordde: “Heer, ik smeek U mij te genezen, want Gij
kunt, als Gij wilt.”
Jezus nu zei hem: “Uw geloof heeft u geholpen! steek
uw handen boven het volk uit!” en op hetzelfde ogenblik
was de man uit de verte door Jezus genezen;
hij stak zijn handen omhoog en loofde God.
Jezus voegde er nog aan toe: “Ga naar huis en verwek
geen opzien!”
De man wedervoer: “Heer, hoe kan ik zulk een grote weldaad
verzwijgen?” En hij vertrok en vertelde het aan allen die hij
tegenkwam.
Nu kwamen er vele zieken vóór de synagoge bijeen en
werden door Jezus, als Hij buitenkwam, genezen.
Daarna was Hij op een maaltijd bij de Farizeeën, die,
niettegenstaande hun inwendige haat, Hem uitwendig voort zeer
hoffelijk bejegenden, om Hem verder te bespieden en iets te
kunnen ontdekken.
‘s Avonds heeft Hij nog genezingen gedaan.
Van Abel-Mehola naar Bezek.
671.
5 september. –
In de morgen van 5 september was Jezus nog in de school van
Abel-Mehola. Nu Jezus hen wilde verlaten, omringden de
meisjes Hem, vlijden zich tegen Hem aan en namen Hem bij
handen en klederen vast. Hij was buitengewoon
vriendelijk en vermaande de kinderen om
gehoorzaam en godvruchtig te zijn; de grotere stonden
meer achteruit. Jezus’ leerlingen die van dit tafereeltje getuige
Fascikel 17
1089
|