background image
De genezenen vertrokken onder de aanhef van een psalm van
David.
Er waren echter zo vele zieken dat Jezus niet rond kon komen.
De leerlingen die Hem bijstonden, hieven de zieken op, zetten ze
recht, ontdeden hen van hun doeken en Jezus legde Andreas,
Joannes en Judas Barsabas de handen op het hoofd,
nam hun handen in de zijne en beval hun aan een
deel van de zieken in zijn naam hetzelfde te doen als
Hij; zij deden dit aanstonds en genazen er een grote menigte.
Hierop begaf Jezus zich met de leerlingen naar de herberg, waar
zij, zonder iemand anders er bij, een maaltijd namen. Jezus liet
een groot gedeelte van de overblijvende spijzen die Hij
zegende, tot de arme heidenen brengen, die vóór Bezek
gelegerd waren en ook tot andere armen. Enige leerlingen hadden
deze heidense karavaan onderricht.
Jezus gaat naar Ennon.
678.
8 september. –
Jezus hield nog een toespraak en genas ook nog
zieken vóór de herberg. De dopelingen en de heidense karavaan
en vele mensen trokken Jordaanwaarts om op de oostkant te
komen, maar de overvaart was anderhalf uur zuidelijk van Bezek
onder een stad Zartan, die een uur onder Bezek aan de Jordaan
ligt.
Op de overzijde van de Jordaan, tussen Bezek en Zartan, ligt een
stad die Adam heet. Bij dit Zartan hield de Jordaan op met
vloeien, toen de kinderen van Israël (lageraf) er door trokken (Jos.
3, 16). Ook liet Salomon hier eenmaal vaten gieten (I Kon. 7, 46).
Hier bestaan nog zulke nijverheden en ten westen van de bocht
die de Jordaan hier westwaarts maakt, vindt men mijnen in een
Fascikel 17
1115