background image
Op de overzijde gingen zij bijna gedurende 2 uren oostwaarts aan
de noordzijde van een riviertje dat even onder de overzetplaats in
de Jordaan uitmondde. (Daarna gingen ze natuurlijk zuidwaarts;
een verandering van richting vergeet K. vaak te vermelden, zie
VOORREDE, nr. 8). Eindelijk gingen zij over een riviertje,
waarnaast Soekkot gelegen was, dat hun ter linkerzijde bleef,
nadat zij het riviertje overgegaan waren.
(Bedoeld is Soekkot 1 en de rivier Jabbok, wiens water in
september tot een beek geslonken is.)
Tussen Soekkot en Ennon die een paar uren van mekaar kunnen
liggen, rustten zij onder tenten. Jezus heeft hier nog
geleerd en ook zieken genezen; zij bleven er overnachten.
Nadat zij de Jordaan (versta: de Jabbok) overgevaren en dan
opwaarts gegaan waren bergop naar Ennon, konden zij, in
zuidwestelijke richting terug over de Jordaan kijkend, Salim zien
liggen; tot nog toe was dit achter de oeverbergen (speciaal achter
de hoge berg Sartabeh) verborgen gebleven; het lag even onder
Fascikel 17
1117