background image
Jezus begaf zich hierop met de leerlingen en Farizeeën, vergezeld
en gevolgd door al het volk, door de stad opwaarts naar de leer-
plaats of leerstoel van Joannes op de heuveltop (niveau: 710 m).
Deze leerplaats was in het midden (in een kratervormige
verdieping, nr. 513) van de heuveltop. Deze was door
mosbegroeide wallen omgeven (nl. de grondmuren van het
tentkasteel van Melchisedek). Ook enige aanzienlijke gebouwen
stonden er om heen.
Op deze heuvel en wel aan de kant langs waar zij aankwamen,
stond ook o.m. het bouwvallige, halfverwoeste kasteel waarvan
Herodes een toren bewoond had, wanneer hij naar Joannes’
prediking was komen luisteren.
De gehele heuvelrand was reeds met een wachtende menigte
bedekt en Jezus besteeg de leerheuvel van Joannes, die met een
langs alle kanten open tent overspannen was.
Hij hield nu een grote leerrede waarin Hij sprak over
de barmhartigheid van God jegens de mensen, en
heel in het bijzonder jegens zijn volk. De gehele
Schrift doorlopend, toonde Hij Gods leiding aan en
wees op de beloften, waarvan Hij de vervulling bewees
in de tegenwoordige tijd. Nochtans sprak Hij niet zo
duidelijk uit als te Bezek dat Hij de Messias was; Hij handelde
ook over Joannes, zijn werkzaamheid en
gevangenschap.
Om Hem beter te kunnen horen, wisselden de aanwezigen af en
toe van plaats met elkaar en dan kwamen de achterste naar voren.
Hij vroeg ook aan enige scharen waarom zij gedoopt
wilden worden, waarom zij tot nog toe gewacht
hadden en wat zij met de doop beoogden? Hij deelde
hen in klassen in, waarvan de ene spoediger, de
andere na grondiger onderricht te zijn, later
gedoopt mochten worden.
Fascikel 17
1124