de oudste der drie zonen van Maria Heli, oudste zuster der H.
Maagd, neef of kozijn bijgevolg van Jezus), de Joannes-leerling,
goot hun, één voor één, uit een schaal, waaraan een steel was, het
water over het hoofd. Jezus zei de leerlingen de
doopformule voor, die zij bij de doop moesten
gebruiken, doch ik kan deze niet meer herhalen.
De mensen waren allemaal netjes in het wit gekleed.
Jezus onderrichtte het volk nog in het algemeen over
de kuisheid en het huwelijk; in het bijzonder
vermaande Hij de vrouwen tot gehoorzaamheid,
ootmoedigheid en zorgvuldigheid in de opvoeding
van de kinderen. De mensen waren van goede wil en zij
deden Hem bij zijn heengaan met grote liefde uitgeleide.
Nadat Jezus omstreeks 9 uur in de Jodenstad was teruggekeerd,
genas Hij nog zieken vóór de synagoge; de levieten hadden zijn
bezoek bij de heidenen met wrevel aangezien, doch dit belette
Hem niet ook nog in de synagoge, waar het Jeftefeest heden nog
voort gevierd werd, te leren over de roeping van de
heidenen tot zijn Rijk. Hij verklaarde dat velen van
hen daar zouden zetelen vóór de kinderen van Israël
(cfr. Mt. 8, 11-12).
Ook zei Hij opnieuw gekomen te zijn om de heidenen,
die de Israëlieten niet overmeesterd hadden, door
zijn genade, lering, doop en waarheid bij het
Beloofde Land in te lijven en met het godsvolk te
verenigen, enz. Hij sprak ook verder over de
zegepraal, de belofte en hele geschiedenis van Jefte.
Fascikel 17
1158
|