background image
bemerking die wij in verband daarmee reeds maakten in nr. 692, 
voetnoot 337.   
Wij voegen hier alleen nog bij, dat volgens Recht. 7, 3 Gideon in het 
gebergte van Gilad gelegerd was: “Wie vreesachtig, benauwd is, 
kondigde Gideon af, trekke zich uit dit gebergte van Gilad terug en ga 
morgen naar huis.”   
De naam Gilad laat men soms in de vertalingen weg of vervangt het door 
‘gebergte Gilboa’, maar dit schijnt toch wel willekeurig.   
Ook dronken de soldaten van Gideon, volgens Flavius Josephus, die de 
latere traditie niet schijnt te kennen en misschien wel een joodse traditie 
weergeeft, geen water uit een bron bij Jizreël, maar uit de Jordaan.  
Méér hierover zeggen, zou ons te uitvoerig maken.  Luisteren we verder 
naar K., hoe zij Gideons heldendaad vertelt.  
***
De Midianieten stonden van Basan af en over de Jordaan tot in de
Esdrelonvlakte en het Jordaandal wemelde van grazende kamelen.
Dit was troef in Gideons kaart. Van verscheidene weken te voren
vorste hij alles na, stelde zich nauwkeurig op de hoogte van de
toestand en naderde heimelijk met zijn 300 man, het gebergte
opstijgend, tamelijk ver tot tegen Azo.
(Zijn manschappen schijnen dus reeds geschift door hun manier van 
water te drinken, en dit, zoals Flavius Josephus meent, uit de 
Jordaan.)  
Ik zag hem in het legerkamp van de Midianieten binnensluipen en
bij een tent staan spieden. Op dit ogenblik sprak een
Midianietische soldaat: “Ik heb gedroomd dat een brood van die
berg hier neerrolde en de tent omverwierp.” Zijn kameraad
antwoordde: “Dit is geen goed teken. Gideon zal ons met zijn
Israëlieten gewis overvallen.” (Recht. 7, 9-14).
In de volgende nacht zag ik Gideon met slechts een kleine
afdeling, op trompetten blazend en met fakkels in de hand, van
hier uit in het kamp van de vijand een inval doen; zijn andere
benden deden hetzelfde aan andere zijden; de vijanden kwamen te
Fascikel 17
1187