background image
Jezus te Efron.
710.
18 september. –
Jezus nam hier afscheid van de mensen uit Azo, dat nog de beste
stad op al zijn wegen door het land hier was, en richtte zijn
schreden naar Efron. Vóór Efron werd Hij door de levieten van
de stad op de gebruikelijke wijze ontvangen. Men had reeds tot
buiten de stad vele zieken aangebracht; ze lagen in houten kasten
(draagbaren of beddenbakken) die men aan het hoofdeinde met
een scharnier of soort hengsel opzette, en de Heer genas hen.
Efron ligt op de zuidelijke hoogte van een enge bergpas of kloof,
waardoor een beek, die echter soms uitgedroogd is, naar de
Jordaan vloeit; door het dal ziet men tot in de Jordaanvallei neder.
Tegenover Efron (dus aan de noordzijde van de kloof, bergpas of
ravijn), verheft zich een smalle hoger berg, waarop de dochter van
Jefte met haar gezellinnen op een zegeteken van haar vader
gewacht heeft. Dit werd haar door opstijgende rook gegeven.
Onmiddellijk spoedde zij zich dan naar Ramot terug, maakte zich
gereed voor de ontmoeting en trok haar vader met grote praal
tegemoet.
(Aandachtig lezend, ziet men dat hier geen tegenspraak is met de
plaats waar K. zegt dat Jeftias haar vader ontmoette in het
gebergte, meer dan 2 uren ten noorden van Ramot (zie nr. 692)).
Jezus heeft hier geleerd en vele mensen genezen; de
levieten in deze stad waren van een oude sekte der Rekabieten.
Jezus wees hun op de al te grote strengheid en
stroefheid van hun voorschriften en meningen; Hij
vermaande ook het volk vele van hun observanties en
geboden niet te onderhouden;
Hij maakte in deze vermaning gewag van die
levieten bij Betsjemes, welke de Verbondsark
onrechtmatig aanschouwd hadden en gestraft
Fascikel 17
1192