background image
717.
Op de koepel van deze tempel zag ik een wonderkunstig toestel;
het werd de ganse nacht in beweging gebracht. Het was een
verlichte en door sterren omringde bol, die zich boven het dak
voortbewoog en zowel van in de tempel als buiten zichtbaar was;
hij bootste de loop van de sterren na en moest de nieuwe maan of
het nieuwe jaar verbeelden; hij verplaatste zich langzaam en
wanneer hij op de andere zijde aankwam, hielden de spelen en de
feestviering aan deze zijde van de tempel op en begonnen aan de
overzijde, waar de maan was aangekomen.
Niet ver van de feestplaats (speel- of ontspanningsplaats), waar
Jezus de maaltijd nam, was een grote lustplaats waar de jonge
dochters hun spelen hielden; zij hadden hun rokken opgeschort,
hun benen (met banden) omwikkeld en droegen in de handen
bogen, pijlen en kleine spiezen, die met bloemen bewonden
waren; zij liepen voorbij een speciaal feesttoestel, dat van takken,
bloemen en allerlei versiering gemaakt was en schoten en wierpen
onder het lopen naar vogelen die er aan vastgebonden waren en
naar andere dieren: bokjes en dieren als kleine ezels, die rondom
het toestel op een omtuind terrein rondliepen.
Op dat toestel van takwerk was een walgelijk afgodsbeeld
geplaatst met brede, open muil als van een dier; voor het overige
was hij als een mens; hij hield de armen voorwaarts omneer; het
beeld was hol en vuur er onder; de gedode dieren werden in de
muil van dit beeld gelegd, vielen in het vuur neer en verteerden.
De niet getroffen dieren werden afgezonderd en, naar ik meen,
voor heilig gehouden, dan door de priesters met de zonden van het
volk beladen en vervolgens in vrijheid gesteld.
Het was iets in de aard van de verzoeningsdieren bij de Joden te
Jeruzalem, waar op de verzoendag twee bokken uitgekozen
werden. Een daarvan, door het lot aangewezen, werd door
handoplegging met de zonden van het volk beladen en dan de
woestijn ingejaagd (zie verder nr. 734).
Fascikel 17
1212