Het was 3 uur namiddag toen Jezus vóór Abila door de levieten
van de stad ontvangen en verwelkomd werd. Onder hen waren
verscheidene Rekabieten en ook drie leerlingen uit Galilea, die
hier op Jezus wachtten; ik ben de reden van hun komst vergeten;
zij leidden Hem aanstonds in de stad en brachten Hem bij een zeer
mooie bron; het was de oorsprong van de beek Krit, waar omheen
de stad gebouwd was; het prachtige bronhuis rustte op zuilen en
lag in het midden van zuilengangen, die de synagoge en andere
omringende gebouwen met dit stadscentrum verbonden. Rondom
deze gebouwen breidde de stad zich met haar straten stervormig
uit, zich aan beide zijden op de hellingen van het dal zacht
verheffend, zodat de bron uit alle straten zichtbaar was.
Hier aan deze bron werden door de levieten de voeten van Jezus
en van de leerlingen gewassen en werd hun de gebruikelijke
welkomsverversing toegereikt. Ik zag in de naburige tuinen en op
de gebouwen jonge dochters en mannen bezig met de
toebereidselen tot het loofhuttenfeest.
Van hier trok Jezus met hen uit de stad, meer noordelijk in het
dal, en wel een half uur ver buiten de stad, waar een brede stenen
brug over de bedding van de beek geslagen was. Hierop was ter
Fascikel 17
1217
|