background image
De doofstommen waren juist als kinderen; ieder had een tuintje
waarin hij speelde en plantte; zij kwamen aanstonds allen rondom
Jezus staan, lachten onnozel en wezen met hun vinger op hun
mond.
Jezus schreef met zijn vinger verscheidene tekenen in
het zand; ze zagen met gespannen aandacht toe en wezen bij
ieder teken op het een of ander voorwerp daar in het rond; ik
meen dat Hij hun op deze manier iets over God te verstaan gaf. Ik
weet niet of Hij letters schreef of figuren tekende, en of dit hun
vroeger reeds aangeleerd geworden was.
Daarna stak Jezus zijn vingeren in hun oren en zijn
duim en wijsvinger onder hun tong: toen voer opeens een
sterke ontroering door hen; zij keken rond, zij zagen, zij hoorden,
zij weenden, zij stamelden, zij spraken; zij wierpen zich voor
Jezus neer en hieven vervolgens een zeer indrukwekkend,
eentonig gezang van weinige woorden aan. De melodie
herinnerde mij aan het eentonig, maar toch aandoenlijk gezang
van de H. Driekoningen op hun reistocht.
Hierna ging Jezus tot de blinde mannen, die stil in
een rij stonden. Hij bad en legde hun zijn twee
duimen op hun ogen en zij sloegen die open en zagen hun
Heiland en Verlosser en mengden hun lofgezang met dat van de
gewezen doofstommen, die Hem nu konden loven en zijn woord
aanhoren. Het is niet te beschrijven wat voor liefelijk en vreugdig
tafereel dit was.
Toen Jezus met de genezenen buiten trad, vervulde vreugde en
gejuich de gehele stad, maar nu beval Jezus hun zich nog
eerst te baden.
Hierop ging Jezus nu weer met de leerlingen en levieten naar de
leerstoel van Elias.
Er was een grote beweging in de stad; men had op het bericht van
dat wonder verscheidene bezetenen losgelaten.
Fascikel 17
1223