klauwen; zijn kop was tamelijk breed; zijn kaken hingen naast
zijn snavel neer en ook onder de snavel had hij een krop
hangen; hij klepperde op de wijze van een ooievaar.
Ik zag ook dat deze vogel zeer vertrouwelijk werd met Elias dat
deze hem links en rechts wees, als zond hij hem weg en als riep
hij hem terug. Dit soort van vogelen heb ik vaak bij de
kluizenaars gezien, ook bij Zosimus en Maria van Egypte354.
354 Vogel ter grootte van een gans. – Een pelikaan, menen wij.
Deze kan een hoogte bereiken van anderhalve meter en zijn bek een lengte
van 40-45 cm. De bek is recht, breed en plat, maar de onderkaak bestaat uit
een naakt vlies, gesteund en versterkt door twee beenderige staven, dat zich
tot een zak kan uitzetten. Hierin kan de vogel een hoeveelheid water en vis,
waarvan hij uitsluitend leeft, verzamelen. Wil hij zijn bek ontlasten om b.v.
zijn jongen te voeden, dan drukt hij die zak tegen zijn krop of borst.
Fascikel 17
1226
|