background image
schitterde van lampen, kwam Jezus daar tot hen en genas
er velen.
748.
Toen Hij in deze gangen trad, zond de bekeerde vrouw iemand tot
Hem er liet Hem verzoeken eventjes met haar te komen spreken.
Jezus ging tot haar, waar ze stond en trad met haar
ter zijde; zij wierp zich hier voor Hem neer en sprak: “Meester,
de man met wie ik gezondigd heb, smeekt dringend om door U
met God verzoend te worden.” Jezus antwoordde haar dat
hem na de maaltijd een onderhoud op deze plaats
(in deze gangen) zou toegestaan worden. Na de
genezing van de zieken had op een stadsplein in loofhutten
de genoemde maaltijd plaats. Jezus, de leerlingen, de levieten en
de aanzienlijksten uit de stad hadden daar hun plaats in een mooie
ruime loofhut. De overige loofhutten stonden er omheen; de
vrouwen waren van de mannen gescheiden. Ook de armen
werden gespijzigd en ieder stuurde hun iets van het beste zijner
tafel. Jezus ging van tafel tot tafel en ook tot de tafels van de
vrouwen.
De verzoende was vol blijdschap en al haar vriendinnen zaten
vreugdig rondom haar en wensten haar van harte geluk. Terwijl
Jezus nog steeds aldus rondwandelde, was zij zeer ongerust; zij
keek voortdurend naar Hem om en dacht: “Als Hij nu maar niet
nalaat de boetvaardigheid van de man, die op Hem wacht, te gaan
aannemen”, want zij wist dat deze reeds op de aangeduide plaats
wachtte. Jezus naderde tot haar en stelde haar gerust
met de woorden: “Ik ken uw bezorgdheid; alles zal op
zijn tijd geschieden.”
749.
Na enige tijd gingen de gasten uit elkaar en de Heer ging naar zijn
verblijf in de synagoge-gebouwen. Ik zag daar die man in de
gangen bij de synagoge wachten, zich voor de aankomende Jezus
neerwerpen en Hem zijn schuld bekennen.
Fascikel 18
1299