hoofdman hem van Kafarnaüm tot Joannes te Macherus, en van
daar bij Jezus te Ofra gebracht.
Jezus onderhield zich lang met hem en zijn
leerlingen moesten voor hem in zijn
tegenwoordigheid alles opschrijven wat hij verlangde
te weten. Een voorvader van zijn heer is voortijds een koning
op Cyprus geweest, die in de vervolging vele Joden onder zijn
bescherming genomen en hen zelfs aan zijn tafel gespijzigd heeft.
Dit werk van barmhartigheid droeg nu nog vruchten in deze
nakomeling, zodat hij de genade bekwam in Jezus te geloven.
Ik zag in de geest dat Jezus na het volgende paasfeest de wijk naar
Tyrus en Sidon zal nemen, naar dit eiland zal overvaren en daar
zijn prediking voortzetten (nrs. 1242 tot 1372). Ik zag Hem op
het schip en ginds onder goede mensen; ik meen dat slechts
onbekende leerlingen Hem naar daar zullen vergezellen.
(Leerlingen nl. die niet uit Palestina, maar van Cyprus afkomstig
zijn.)
Zo vergezelden Hem ook later naar het land der drie koningen
slechts drie onbekende leerlingen, die van daar stamden; deze reis
ondernam Jezus later na de opwekking van Lazarus.
(Later beschrijft K. deze reis van dag tot dag, nrs. 1489 tot 1628).
Van Ofra met een omweg naar Salem.
Nota van Brentano. – Door zware ziekten en intense zielesmarten als
verpletterd, kon de zienster maar weinige mededelingen doen en dit
nog op verwarde wijze. – aldus Brentano. De volgende dag deed zij
nog enige aanvullingen en wij hebben ons de vrijheid veroorloofd
deze twee korte verhalen te verbinden, te verwerken.
Fascikel 18
1340
|