Brentano doet hier weer opmerken dat allerhande bekommernissen
de zienster hadden doen vergeten wat Jezus hier deed. Nochtans
naar de een of andere aanleiding deed K. veel mededelingen over
Holofernes en het boek Judit, doch dit onder het storten van
overvloedige tranen onder de druk van haar zielsverlatenheid en
menselijke miserie. Vandaar dat in deze mededelingen zeker
verwarring heerst en alles zonder volgorde door elkaar gemengd is;
we vermoeden zelfs dat gegevens uit andere oorlogen er in
terechtgekomen zijn.
Enkele bijzonderheden schijnen nochtans aandacht te verdienen;
het zijn de volgende:
Ten tijde van Holofernes’ inval in het land was de tempel nog
verwoest en waren nog niet alle Joden uit de ballingschap
teruggekeerd. (Ze zijn inderdaad in twee malen teruggekeerd met
een tussenruimte van 70 jaren).
Fascikel 18
1348
|