Hierna ging Jezus 3 uren noordwaarts naar een stad die gelegen is
in het dal vóór Samaria, waar Abraham zich het eerst neerzette.
(De vlakte vóór Sikem noemt K. vaak ‘dal, veld, vlakte, vallei
vóór Samaria of vallei tussen Sikem en Samaria’, ofschoon de
laatste stad 2 uren ten noordwesten van Sikem ligt.)
Vóór de stad Taänat-Silo is een herberg voor de gemeente, door
Lazarus ingericht; ze staat onder het toezicht en bestuur van een
familie uit Nazareth, die aan de H. Familie enigszins verwant is;
ik ben hun naam vergeten; hier bleef Jezus deze nacht.
781.
21 oktober. –
Heden wandelde Jezus in het veld hier rond bij mannen en
vrouwen, die aan grote graanhopen arbeidden. De vrouwen
hadden de lendenen tot tegen de knieën omwonden, en buiten dit
slechts zeer korte voorschootjes aan. Jezus hield op een
omtuinde heuvel een lange toespraak voor de
verzamelde arbeiders, dicht bij de boom en een door
Abraham hier gegraven bron. (Bedoeld zal zijn de boom
hierboven vermeld en een van de twee bij Salim bestaande
bronnen).
Abraham had wegens deze bron een geschil gehad (fasc. 16, nr.
644, voetnoot 299) met een man uit Sikem, die hem hier niet
wilde dulden, en hij is daarom van hier weggetrokken. Ook heeft
die man de bron van hem afgekocht en over de verkoopprijs
van die bron heeft Jezus nog heden hier in zijn
toespraak uitleg gegeven. Hij leerde ook in een
parabel over de verschillende soorten van grond en
Hij illustreerde zijn leer met voorbeelden ontleend
aan de akkerbouw. Deze mensen waren slaven en in de tijd
van de veldarbeid woonden zij hier in verplaatsbare hutten; zij
waren van Samaritaans geloof.
De stad die dicht bij dit gewest ligt en waarvan ik de naam
vergeten ben, bestond toen nog maar in enige hutten, en Abraham
Fascikel 18
1371
|