Oogslag op Sint-Jozef.
787.
Ook heb ik gezien dat Jozef met de H. Maagd en het Kind Jezus
in de nabijheid van die boom (bij Aser-Mikmetat), op de vlucht
naar Egypte, zich een nacht en een dag verborgen hielden en
rustten; de vervolging van Herodes was bekend en het was zeer
gevaarlijk hier te reizen. Ik meen ook dat het hier bij de boom
was dat Maria het zo warm kreeg, toen zij op haar reis naar
Bethlehem versteven was van kou (fasc. 4, nr. 105, voetnoot 225).
Toen ik heden nacht in mijn reisvisioen uit mijn huis hierheen in
het Beloofde Land kwam om de huidige dag van Jezus’ leven te
zien, passeerde ik door Lebona, ten zuiden van de berg
(bergdistrict) Gerizzim gelegen, en ik zag hoe de H. Jozef hier
zijn timmerambacht aanleerde, na voor zijn broers op de vlucht
gegaan te zijn; hij kon toen twintig jaar oud zijn en ik zag hem
wonen en arbeiden in een muur, die van de stad uit naar een
smalle bergrand leidde, gelijk een straat naar een vervallen
kasteel. De woningen waren in de muren. (Ze zagen er uit als
muren met alleen in de hoogte lichtopeningen). Ik zag hem tussen
hoge muren, waarin boven (venster-)openingen waren, aan lange
stijlen werken, waarin de wanden van vlechtwerk ingezet moesten
worden; hij was zeer deugdzaam en liefdevol; hij is later eens met
Maria hier voorbijgekomen en ik meen dat hij met haar toen ook
zijn oud werkhuis heeft bezocht.
Vóór zijn huwelijk met Maria heeft hij ook nog in een andere stad
gearbeid; deze lag bij een water(beek) dat in de zee vloeit en wel,
zo ik meen, niet ver van Afeka, de geboortestad van de H. Tomas.
Fascikel 18
1384
|