| omhoog gepompt moest worden; dan liep het in de er omheen staande bekkens of troggen408. 408 Over de waterbakken rondom vele bronnen in Palestina staat een bemerking in fasc. 5, nr. 134, voetnoot 302. Met de gegevens in het voorgaande nr. 817 kunnen wij zelfs de plaats van het huis van Issakar aanduiden. Met het oog hierop plaatsen wij hierna de grove schets van de heuvel van Dotan. Tussen het groen van de tuinen ziet men een mooi landhuis, wellicht op de plaats van Issakars huis zelf. In de nabijheid er van ontspringt een bronput, de Bîr Hoefireh, waaruit een beek naar het noordwesten vloeit om na een loop van 3 km door de bodem te worden opgeslorpt. Een paar 100 m ten zuidoosten van de Bîr ontspringt een 2e, onbestendige bron met een korte loop naar het zuidoosten en die droog staat in de zomertijd. *** oude stad Dotan. – Op de afgebeelde heuvel lag de oude stad Dotan. In Jezus’ tijd had ze zich waarschijnlijk reeds grotendeels naar de voet van de heuvel verplaatst, en vandaar dat men op de heuvelrug zelf nog slechts bouwstenen aantreft in de bodem die in landbouwgrond herschapen is. Daar overschaduwen nog een groep terebinten een muzelmanse weli of grafkapel. De 2 putten of bronnen nabij de zuidelijke voet van de heuvel hebben aan Dotan zijn naam gegeven, want de waarschijnlijkste betekenis ervan is: ‘de 2 putten’. *** Het niveau van de heuvelrug is 300-310 m; dat van de vlakte er omheen 250-240 m. Deze is nu nog, zoals in Jezus’ tijd, een kruispunt van wegen, die het noorden met het zuiden, het oosten met het westen verbinden; men ziet er nog resten van een oude hoofdweg (cfr. Guide, 519). *** Aan Dotan is de naam van Elizeüs verbonden; hij werd er eens belegerd door de Syrische strijdmachten. Door een wonder maakte hij de soldaten van het vijandelijke leger blind, leidde hen dan naar Samaria, onthaalde hen daar goed en liet hen huiswaarts keren naar hun koning. Zo wreekte hij zich op hen die hem naar het leven stonden. De Arameeën zagen van verdere aanvallen af (II Kon. 6, 1-23). Fascikel 19 1437 |