background image
Jezus bezoekt Ebez.
Hierna ging Jezus met de leerlingen in het dal naar de schone
bron, ongeveer een kwartier ten oosten van Ebez. (Wij
veronderstellen de bron el-Asi). Verscheidene vrouwen uit de
stad waren juist water komen halen. Hem ziende naderen, liepen
enige van hen in de huizen rondom Ebez en aanstonds kwamen
meerdere mannen en vrouwen met hen terug; zij kwamen Hem
tegemoet met bekkens, doeken en met kleine broden en vruchten
in korven, wasten Hem de voeten en boden Hem en de leerlingen
iets te eten. Nog meer volk kwam hier samengelopen en Jezus
onderrichtte hen.
Hierna leidden zij Hem naar de stad, waar Hem terstond reeds
onder de poort en uit alle huizen en straathoeken vele kinderen
van beide geslachten tegemoet kwamen; zij schaarden zich om
Hem en gingen met bloemenkransen en guirlandes aan zijn zijden.
De leerlingen die rondom Hem gingen, vreesden dat het gedrang
te groot zou worden en wilden zich van de kinderen ontmaken,
door ze achter te doen blijven. Jezus echter zei: “Gaat GIJ
achteruit en laat ze vooraan komen.”
Toen drongen alle kinderen naar Hem en Hij legde zijn arm
om hen, drukte ze tegen zich aan en zegende ze.
De moeders en vaders stonden in de deuren en op de
muurterrassen van de voorhoven het schouwspel te bezien.
(Tegen de voorhofmuur leunt rondom een zuilengang aan.
Op het terras van de gang langs de straat kan men alles op de
straat gadeslaan). Hij ging in de synagoge die vol volk
liep en hield een redevoering.
‘s Avonds genas Hij nog enige zieken in de huizen.
Ook was onder een nog rechtstaande loofhut een maaltijd,
waaraan vele stadsburgers deelnamen. Eer Jezus in dit dal kwam,
is Tomas reeds van uit Endor naar het westwaarts van hier
gelegen Afeke teruggekeerd.
Fascikel 19
1453