background image
Jesse heeft op de Tabor, aan de kant van de zon, op uitgehouwen
plaatsen van de rotshelling (in spelonken) een pers-installatie met
vaten, waarin de welriekende olies uit kruiden en andere
reuksubstanties bereid worden427.
Het vocht druipt uit de vaten in andere neer en wordt dikwijls
omgewend; ik weet niet of het gedistilleerd is.
Jezus te Gischala, geboorteplaats van Paulus.
836.
10 november. –
Reeds in de voormiddag vertrok Jezus met de leerlingen uit
Dabrat en ging 3 uren noordoostwaarts tot op bijna een uur van
Betulië naar het landschap en de stad Gischala428.
427 Uitgehouwen plaatsen in de noordoosthelling van Tabor. –
Ook hier is het weer zeer treffend dat kaart Palestine Grid op die plaats een
aanzienlijke ruïne noteert met de naam Khirbet el-Mughaïr.
(zie ook ons kaartje ‘Ligging van Dabrat’).
Zoals wij in fasc. 18, nr. 757, voetnoot 382 zegden mag men, zonder vrees
zich te bedriegen, het bestaan van grotten veronderstellen overal waar
kaarten de naam ‘Mughaïr’ noteren.
Hier dicht bij de berg die reukkruiden in overvloed voortbrengt, is een
kruidenperserij in hier bestaande grotten geheel natuurlijk.
Het ligt voor de hand dat dit hoekje grond eigendom is geweest van de voor
K. genoemde neef van Jozef, nl. Jesse.
428 Gischala = Sjadjarah = Ilanya.
Naar Gischala gaande gaat Jezus noordwaarts; Hij laat Jafia rechts.
Dit is een grensstad van de stam Zabulon en wordt in de grensbeschrijving
genoemd na Dabrat (Jos. 19, 12; cfr. nr. 828, voetnoot 421).
Daar K. gewag schijnt te maken van de broodberg (zie kaartje ‘Ligging van
Dabrat’) kan de stad links Sjion zijn, of ook Gathefer, enz.
Met een waarschijnlijkheid die aan zekerheid grenst, zal Gischala het dorp
zijn dat tot vóór kort Sjadjarah heette, maar onlangs door de Joden Ilanya
herdoopt werd, wat de vertaling is van ‘Sjadjarah’ dat betekent: ‘boom’.
Fascikel 19
1482