De jeugdige Farizeeër uit Samaria (tevens een van de drie
jongelingen uit Nazareth), die de laatste maal ook tot de raad
behoorde, maakt er nu geen deel van uit, er is een ander in zijn
plaats (die hem vervangt, cfr. nr. 1140).
Ook te Nazareth en in andere steden hebben de Farizeeën plannen
tegen Hem gesmeed. Dit maakte de H. Vrouwen en zeer in het
bijzonder de H. Maagd, bekommerd, want de Farizeeën hadden
hun bedreigingen reeds in het openbaar uitgesproken. Zij zonden
een bode tot Jezus met het verzoek dat Hij na zijn lering toch naar
Damna tot hen zou komen en zich niet naar Kafarnaüm begeven;
zij raadden Hem sterk aan, liever links of rechts te gaan en bij
voorkeur over het Meer in de heidense steden, om niet aan zulk
een dreigend gevaar blootgesteld te zijn.
Jezus liet hun antwoorden dat zij best deden met
Hem te laten begaan, daar Hij wist wat Hij te doen
had en dat zij Hem bij hen te Kafarnaüm mochten
verwachten (nr. 857).
Prediking op de berg boven Gabara. – Eerste
bekering van Magdalena.
849.
13 november = 23 Markeswan. –
Reeds ‘s morgens en goed bijtijds was Magdalena met haar meid,
met Maria de Sufanietin, Dina en Anna van Kleofas op de berg,
die met verscheidene heuvelen (terrassen) van de kant van
Magdalum oprijst435.
435 Door ‘heuvelen’ waarmee de berg oprijst, zullen terrassen te verstaan
zijn.
Op zo’n terras liggen boven Magdalum de resten van het fort van Bar
Kochba (indien het niet van Herodes Antipas afkomstig is).
Fascikel 19
1507
|