meer en meer door Hem geboeid. Door zijn afschildering van de
ondeugd en zijn bedreigingen met straffen werd zij hevig in haar
ziel ontsteld en geschokt; zij kon aan de indruk niet weerstaan,
beefde en weende onder haar sluier.
852.
Toen Jezus nu zo liefdevol en smekend de zondaars toeriep om tot
Hem te komen, waren vele mensen als meegesleept en er ontstond
een beweging in de kring der toehoorders; het volk drong nader
tot Jezus; ook Magdalena naderde en om harentwil ook haar
gezellinnen.
Doch toen Hij zei: “Ach! indien ook maar één enkele
ziel tot Mij naderde”, voelde Magdalena zich zo
aangetrokken, dat zij naar Hem toe wilde; ze trad reeds
voorwaarts, doch de andere weerhielden haar om storing te
vermijden en zeiden: “Wacht nog even! later!”
Deze ontroering van haar wekte nauwelijks de opmerkzaamheid
van haar naaste omgeving, omdat aller aandacht geheel op Jezus
gevestigd was.
Jezus echter, als kende Hij Magdalena’s ontsteltenis,
antwoordde er aanstonds op met troost, door te
vervolgen: “Indien ook maar één vonkje van
boetvaardigheid, van berouw, liefde, geloof en hoop
door mijn woorden in een verdwaald, arm hart
gevallen is, zal het vrucht dragen; het zal
aangerekend worden; het zal leven, kiemen en zich
ontwikkelen; Ik zal het voeden, het grootbrengen, het
terugvoeren tot de Vader.”
Deze woorden troostten Magdalena; zij voelde ze door en door en
ging weer bij haar gezellinnen neerzitten.
Ondertussen was het nu ongeveer 6 uur geworden. In het westen
begon de zon achter de (centrale) bergketen te dalen. (Die Sonne
stand schon tief dem Berge im Rücken.)
Fascikel 19
1514
|