doods, levend begraven hadden, welk een
ontzettende, afgrijselijke ramp ware dit geweest?!
Welnu, juist zo handelen de valse leraars, de
Farizeeƫn, die het arme volk van het leven der
boetvaardigheid (geloof in Jezus, berouw en doop)
verwijderd houden, het met de banden van hun
wetten boeien, het in de kist van hun gebruiken en
vormelijke observanties sluiten en het zo in het
eeuwige graf werpen.
Hij smeekte en vermaande dus het volk om toch de
aangeboden barmhartigheid van zijn hemelse Vader
aan te nemen en zich tot de boetvaardigheid, de
doop en het leven te spoeden.
872.
Merkwaardig was het dat Jezus hier met wijwater
zegende; ik houd het er voor, dat het geweest is om de boze
geesten te verdrijven, die een zekere macht op verscheidene
aanwezigen hadden. Immers, enige van dezen waren geƫrgerd,
anderen nijdig en nog anderen met een heimelijk leedvermaak
vervuld, omdat Hij, naar zij meenden, de jongen niet van de dood
zou kunnen opwekken. Ik heb al die slechte gevoelens in allerlei
gedaanten van ongedierte uit hen zien wegtrekken.
Bij de opwekking van de jongeling zag ik ook, hoe zich uit het
lijk, krachtens de zegen met het water een kleine wolk van vele
kleiner en groter gestalten of schaduwen van insecten verhief en
dan in de aarde verdween.
Ik dacht daarbij hoe ik anderen door Jezus van de
dood opgewekt had zien worden.
Toen riep Hij de ziel van de overledene terug, die ik
ver van hem in de kring van haar schuld had zien
staan, en zij kwam boven het lichaam gezweefd en
zonk er in, waarna het zich verhief.
Fascikel 20
1571
|