background image
Jezus te Megiddo.
Om de middag verliet Hij Naïm.
Maroni, de jongeling en al haar huisgenoten, de genezenen en
vele goede burgers uit de stad deden Hem uitgeleide. Enigen
wachtten Hem op vóór de poort, bezongen in psalmen zijn lof en
wuifden Hem met groene takken tegen. Hij ging met de
leerlingen westwaarts, aan de noordzijde van de Kison. (De naam
is hier goed gebruikt, als wij onder Kison ook zijn vertakkingen
verstaan). De bergen die in het zuiden de vallei van Nazareth
sluiten, had Hij ter rechterzijde en Hij ging over een riviertje dat
van noord naar zuid (van noordoost naar zuidwest) in de Kison
vloeit, als daalde het van Nazareth af. (Het begint bij Kislot, het
huidige Iksal).
Fascikel 20
1578